Stichting Vrienden van het Kerkgebouw Langweer
entree
De dubbele deuren van het kerkgebouw hebben een bovenlicht met de uitbeelding van twee hoornen des overvloeds, het geestelijk voedsel dat in de kerk genuttigd kan worden.
kerkvloer
De vloer onder de kerkbanken is van hout, in het midden is de vloer van de kerk van steen.
Bij de restauratie werden grafstenen onder de houten vloer gevonden.
Deze grafstenen worden nu als vloer gebruikt.
De overledenen zijn begraven met het hoofd naar het westen, alleen één rode grafsteen, van een rooms katholieke priester, is naar naar het oosten gericht.
orgel
Het orgel werd in 1784 door Lammert van Dam uit Leeuwarden gebouwd. Hij woonde op een woonboot tijdens zijn werkzaamheden in Langweer.
Door orgelliefhebbers wordt het orgel geroemd om zijn bijzondere klank.
preekstoel
De preekstoel, die het jaartal 1684 draagt, werd vervaardigd door Benedictus Jansz.
Deze heeft prachtig houtsnijwerk. Het is een top kunst-
doopvont
Het oorspronkelijke doopvont is bevestigd ‘in een hoekje’ aan de preekstoel. Het is klein en van koper.
De dorpstimmerman heeft in de vorige eeuw een houten doopvont gemaakt waar je omheen kunt staan.
De doop is zo voor familie van de dopeling en gelovigen in de kerk beter te volgen.
verlichting
De verlichting bestaat uit drie koperen kronen die in het midden van de kerk hangen. Twee daarvan zijn geschonken door de familie van Eysinga, de derde, grotere kroon, door de Duitse ambassade.
Aan de muren zijn koperen eenarmige kandelaars bevestigd, op beide rijen banken zijn koperen kandelaars aangebracht. Aan de mannenkant, in het midden op de rugleuning, aan de kant van de vrouwen op de rugleuning aan het gangpad. Met kerstmis branden er kaarsen.
kerkbanken
Alle kerkbanken zijn van eikenhout. De banken voor in de kerk waren de zitplaatsen van de Grietman en zijn familie, maar ook van de diakenen en andere bestuurders van de kerk. Aan de rechterzijde zaten de vrouwen, deze banken zijn laag en hebben in een later stadium een eenvoudige ruggensteun gekregen, de mannen zaten links, op hogere banken en met bredere zittingen.
regenput
Aan de zuid/westzijde bevindt zich een regenput.
In tijden van droogte konden dorpsbewoners hiervan gebruik maken.
De kerk had zelf niet zoveel water nodig.
kerktoren
De kerktoren is al van oudsher in eigendom van de gemeente.
Een kerktoren was het baken van een woongemeenschap.
De tijd en bijzondere gebeurtenissen zoals bij overlijden of brand gaf de toren aan door klokgelui.
(In die tijd om 9.00 uur voor de overleden dorpsbewoner, om 9.45 uur voor de overledene buiten het dorp.)
Een openbare functie die door de overheid moest worden doorgegeven.
Aan de noordzijde is een deur die toegang gaf tot het ‘hûnehok’, de plaatselijke nor (voor één nacht) van de veldwachter. Nu wordt dit hûnehok gebruikt als consistoriekamer en voor de zondagsschool.
Op de kerktoren staat een zwaan als windvaan en achter op het dak drie zwanen in een krans. Dat heeft niets te maken met geloof!
De adel en grietmannen hadden het recht zwanen af te schieten en omdat zij de kerk moesten onderhouden voelden zij zich ook vrij om een eigen invulling te geven aan het uiterlijk van de kerk.
Geen kruis, geen haan maar ook niet de Lutherse zwaan!
gebouw en interieur
omhoog ^